
Schimmels.
Bij schimmels denken mensen vaak meteen aan rottend eten. Maar ook paddenstoelen zijn schimmels. En schimmels worden bijvoorbeeld vaak gebruikt bij het maken van brood of geneesmiddelen.
Kenmerken.
Schimmels kunnen eencellig of meercellig zijn. Gisten zijn eencellige schimmels. Meercellige schimmels bestaan meestal uit lange, dunne draden: de schimmeldraden. Die vind je bijvoorbeeld op een beschimmelde boterham. Andere meercellige schimmels zijn bijvoorbeeld paddenstoelen.
Voortplanting.
Net zoals bacteriën planten gistcellen zich voort door deling. Meercellige schimmels planten zich vaak voort door sporen. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. Bij veel soorten schimmels ontstaan de sporen aan de uiteinden van schimmeldraden die omhoog groeien. Als dat gebeurt noem je dat een penseelschimmel. Bij andere schimmel soorten ontstaan de sporen in de paddenstoelen.
Nuttige en schadelijke schimmels.
De meeste soorten schimmels voeden zich met de dode resten van organismen. De schimmels zijn dus reducenten. Net als bacteriën ruimen de schimmels de resten van organismen op. Schimmels kunnen ook voedsel laten bederven. Sommige soorten schimmels kunnen ziekten bij planten, dieren of mensen veroorzaken. Bij mensen wordt onder andere zwemmerseczeem veroorzaakt door de schimmelinfectie. Bij zwemmerseczeem is de huid tussen de tenen ontstoken. Schimmelinfecties kunnen worden gedood met geneesmiddelen.
Speciale soorten schimmels worden gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen zoals brood, bier, wijn en schimmelkaas. Bij de bereiding van brood, bier, wijn wordt gist gebruikt. Bakkers voegen dan gist toe om het te laten rijzen. Bij de productie van brood zorg het gist ervoor dat er gas koolstofdioxide ontstaat. Daardoor wordt het brood luchtiger. Ook zorgt gist ervoor dat er alcohol ontstaat.
Maak jouw eigen website met JouwWeb